Sinds de jaren ’50 is Nederland een thuishaven geweest voor arbeidsmigranten uit diverse Mediterrane landen, met name Turkije, Marokko en zuid-Europese landen.

In eerste instantie was het de bedoeling dat de arbeidsmigranten na een aantal jaren terug zouden keren naar hun land van herkomst.

Ze mochten uiteindelijk hier blijven wonen, maar kregen geen begeleiding of hulp bij hun integratie. In de jaren vanaf ongeveer 1970 begon de gezinshereniging van deze nieuwe Nederlanders. Vervolgens in de jaren ’80 begon de huwelijksmigratie, waarbij meestal een bruid uit het land van herkomst werd gehaald.

In plaats van een verdere ontwikkeling van integratie, begon deze opnieuw door de nieuwe aanwas. Vanaf de negentiger jaren begon een vluchtelingenstroom door met name de oorlogen in bijvoorbeeld Joegoslavië en Irak.

De laatste jaren is er een enorme instroom geweest van vluchtelingen uit Syrië, Eritrea en andere onrustige (oorlogs)gebieden.

Deze nieuwe Nederlanders zijn in Nederland op verschillende opvanglocaties opgevangen zoals AZC’s. Na een positieve beoordeling worden zij gehuisvest in diverse gemeenten.

Nieuwe Nederlanders stappen dan in een tijdsbestek van een aantal maanden van de ene (eigen) cultuur over naar de andere (westerse) cultuur met totaal andere normen en waarden.

Problemen die zij tegenkomen zijn met name huisvesting, gezondheidszorg, opvoeding, onderwijs en maatschappelijke en arbeidsparticipatie.

Met name de oudere vluchtelingen raken geïsoleerd, zodat zij niet goed kunnen functioneren in de maatschappij.

Wanneer een nieuwkomer zich binnen een gemeente heeft gevestigd, dan moet er veel worden geregeld, zoals de huisarts, een school voor de kinderen, zaken in en rondom de woning, inkomensvoorzieningen, onderwijs en het afsluiten van een zorgverzekering. Verder kunnen zij in aanmerking komen voor de basisdienstverlening in de gemeente op het gebied van onderwijs, gezondheid, zorg, welzijn en werk.

Gezondheidszorg, onderwijs, werk, uitkeringen en toeslagen zijn zaken die voor ons vanzelfsprekend zijn. Voor veel nieuwkomers is dit niet vanzelfsprekend in thuisland. Zeker niet voor de mensen uit de kleinere dorpen.

Als betrokkene (professional) heb je een belangrijke rol bij de begeleiding en het informeren van nieuwkomers en ondersteun je hen waar nodig in het integratieproces.

Nieuwkomers willen graag zo snel mogelijk meedoen, zelfredzaam en van betekenis zijn. Als je vraagt waaraan zij in de eerste periode in Nederland behoefte hebben, is het antwoord: ‘Wijs me de weg, leg uit hoe het hier werkt, leer me de taal en laat me werken.’ Het is van belang dat nieuwkomers zich zo snel mogelijk zelfstandig kunnen bewegen in de Nederlandse samenleving. Alleen als zij goed de weg weten, kunnen zij regie voeren over hun leven en zelfredzaam zijn. De betrokken professionals en organisaties spelen een belangrijke rol bij het wegwijs maken van nieuwkomers in de samenleving.

Als de bovengenoemde knelpunten niet goed worden begeleid zullen de nieuwkomers een paar stappen achterlopen bij de autochtone bevolking. Dat kan problemen veroorzaken bij een succesvolle integratie.